-
1 forge
n. smederij; haard; open haard--------v. versterken; ontwerpen; creëeren, maken, doen; produceren; vervalsenforge1[ fo:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————forge2♦voorbeelden:he forged into the lead • hij schoot naar de leidende positieII 〈 overgankelijk werkwoord〉
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский